maandag 23 april 2012

Vijf voor twaalf

Twaalf uur 's nachts en het scherm van mijn pc verlicht de kamer nog veel te fel voor dit uur van de dag. Mijn ogen worden waziger met de minuut, maar ik vind de moed niet om ze van het scherm af te sleuren en de computer voor eens en voor altijd af te sluiten. Nu ja, toch tot morgen alleszins. Terwijl ik kostbare slaapuren verspil aan nutteloos surfen, speelt de muziek van Mina Tindle zachtjes af op de achtergrond. Eigenlijk vind ik haar best wel leuk, ze heeft een heel erg zachte en warme stem. Ze doet me zelfs een beetje denken aan Laura Marling. Deze gedachten en nog veel meer brol glijden dus door mijn hoofd om twaalf uur 's nachts, op een uur waarop ik normaal gezien al lang in dromenland lig, waar draken, feeën, dwergen, pratende honden en heksen als een lust voorbijvliegen, -zweven of -lopen. Maar niet vannacht. Vannacht is anders. Vannacht voel ik me anders.

Het is een jongen. Natuurlijk is het een jongen! Welke wezens zorgen er anders voor dat je eetlust verdwijnt terwijl de kilo's er blijven aanvliegen en je nachtrust mateloos verstoord wordt?! Alleen zij hebben deze opmerkelijke gave, die ik toch eerder een vloek dan een gave zou noemen, maar kom, wat ik denk is bijzaak. Wat ik voel is wat telt nu. Alleen is het onmenselijk moeilijk om gevoelens om te zetten in letters en woorden. Nergens hebben wij vrouwen meer moeite mee dan met het uitdrukken van gevoelens. Maar geef toe, mannen en empathie? Dat is toch ook niet echt een goede combinatie, om het met een understatement zo te noemen. Om toch nog even terug naar die jongen te gaan: hij behoort tot diegenen die geen empathie kennen. Ik ben geen hatelijk persoon, maar er is één ding waar ik niet tegen kan: ze moeten niet met mijn voeten spelen. En dat is exact iets wat jongens wel doen. Vooral die ene jongen. Het ergste is eigenlijk dat hij het achteraf helemaal niet waard bleek te zijn. Net zo'n grote L als zijn ego groot is. Ik ben blij dat ik nu met trots kan zeggen dat ik zijn meisje NIET ben. Liever mijn zelfrespect dan zijn walgelijk karakter.

En zo besloot ik om vijf na twaalf (een mens kan nogal veel bedenken op vijf minuten tijd) mijn computer af te sluiten en onder de warme, wollen dekens richting dromenland te varen. Die nacht zou ik niet dromen van neergestorte vliegtuigen of erger: valse jongens. Die nacht zou ik dromen van een nieuwe ik, een ik die voor zichzelf opkomt, maar vooral trots is. Trots op het feit dat ik ondanks alles toch mezelf ben gebleven.

zondag 22 april 2012

Grote zus


Daar sta je dan. Met je mond vol tanden, verward en blij tegelijk, niet wetend wat je moet denken, met vlinders in je buik en rillingen die je langs je rug voelt lopen. Je bent tiener, denkt alles al gezien te hebben, en je moeder van – hé, is ze hier al niet wat te oud voor? – bijna veertig (!) verteld je heel erg trots dat ze opnieuw zwanger is. En, daar sta je dan.
Er zijn twee perfect mogelijke scenario’s die zich op dat moment in je hoofd kunnen afspelen. Je begint innerlijk te gillen, mentaal te sterven – ohnee, een ‘blètend’ kind tijdens de examens – en denkt vooral, ‘waar is ze nu weer aan begonnen?’. Of, je bent supertrots, kijkt al uit naar de momenten waarop je zo fier als een pauw met het kleintje door het shoppingcenter kan wandelen, en ontvangt de baby met open armen. Ten slotte, wie zou er nu niet weg zijn van zo’n 10 pampers per dag die je moet verversen, waarvan er zéker 4 énorm stinken – tja, zo’n kleintje drinkt nogal veel melk, het zal er ooit wel eens terug moeten uitkomen zeker? – en alle slapeloze nachten niet te vergeten, waarover mama heel erg overtuigend beloofde: ‘ge gaat er geen last van hebben hoor meiske, ik neem dat allemaal op mij’. Natuurlijk kan zo’n kleintje nog niet praten, dus als het iets nodig heeft, zal het regelmatig zijn of haar énorme keel openzetten, en zich schaamteloos laten horen. Examens? Nee hoor, dat kent zoiets nog niet. Uiteindelijk moet je toch ook wel kunnen begrijpen dat de baby nog veel moet groeien, en de vreetbuien, groeipijnen en huiluurtjes neem je er toch gewoon vrolijk bij ? Toch schattig hé, een baby in huis.
Maar als het dan uiteindelijk zo ver is, en je sluit het kleine, maar zo prachtige wonder in je armen, word je op slag verliefd. Je wordt betoverd door de wonderbaarlijke glimlach die voorkomt uit een al even wonderbaarlijk wezen. Het wezen dat geleefd heeft en gegroeid is in de buik van je mama, in de buik waar ook jouw hartslag voor het allereerst van zich heeft laten horen. Want uiteindelijk is er niets mooier, dan het eerste gilletje horen dat dit kindje maakt, er bij zijn wanneer het zijn eerste woordje met veel moeite eruit perst, het zien vallen en opstaan, maar vooral naar jou toe zien kruipen en horen zeggen: ‘Gjote gus, pjak mij!’. Niets is mooier, dan zo’n wonder zien op te groeien.