zondag 22 april 2012

Grote zus


Daar sta je dan. Met je mond vol tanden, verward en blij tegelijk, niet wetend wat je moet denken, met vlinders in je buik en rillingen die je langs je rug voelt lopen. Je bent tiener, denkt alles al gezien te hebben, en je moeder van – hé, is ze hier al niet wat te oud voor? – bijna veertig (!) verteld je heel erg trots dat ze opnieuw zwanger is. En, daar sta je dan.
Er zijn twee perfect mogelijke scenario’s die zich op dat moment in je hoofd kunnen afspelen. Je begint innerlijk te gillen, mentaal te sterven – ohnee, een ‘blètend’ kind tijdens de examens – en denkt vooral, ‘waar is ze nu weer aan begonnen?’. Of, je bent supertrots, kijkt al uit naar de momenten waarop je zo fier als een pauw met het kleintje door het shoppingcenter kan wandelen, en ontvangt de baby met open armen. Ten slotte, wie zou er nu niet weg zijn van zo’n 10 pampers per dag die je moet verversen, waarvan er zéker 4 énorm stinken – tja, zo’n kleintje drinkt nogal veel melk, het zal er ooit wel eens terug moeten uitkomen zeker? – en alle slapeloze nachten niet te vergeten, waarover mama heel erg overtuigend beloofde: ‘ge gaat er geen last van hebben hoor meiske, ik neem dat allemaal op mij’. Natuurlijk kan zo’n kleintje nog niet praten, dus als het iets nodig heeft, zal het regelmatig zijn of haar énorme keel openzetten, en zich schaamteloos laten horen. Examens? Nee hoor, dat kent zoiets nog niet. Uiteindelijk moet je toch ook wel kunnen begrijpen dat de baby nog veel moet groeien, en de vreetbuien, groeipijnen en huiluurtjes neem je er toch gewoon vrolijk bij ? Toch schattig hé, een baby in huis.
Maar als het dan uiteindelijk zo ver is, en je sluit het kleine, maar zo prachtige wonder in je armen, word je op slag verliefd. Je wordt betoverd door de wonderbaarlijke glimlach die voorkomt uit een al even wonderbaarlijk wezen. Het wezen dat geleefd heeft en gegroeid is in de buik van je mama, in de buik waar ook jouw hartslag voor het allereerst van zich heeft laten horen. Want uiteindelijk is er niets mooier, dan het eerste gilletje horen dat dit kindje maakt, er bij zijn wanneer het zijn eerste woordje met veel moeite eruit perst, het zien vallen en opstaan, maar vooral naar jou toe zien kruipen en horen zeggen: ‘Gjote gus, pjak mij!’. Niets is mooier, dan zo’n wonder zien op te groeien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten