vrijdag 16 augustus 2013

Ik

Ik open mijn mond en stuur enkele klanken de wereld in. Het heeft iets vreemds, iets beestachtigs zelfs. De laatste tijd herken ik mezelf niet meer. Na een lange dag vol emotionele pietluttigheden en ondraaglijke kwellingen, kruip ik telkens weer mijn bed in om de leegte te omarmen. De leegte die mijn lijf en leden maar vooral mijn gedachten beheerst. Steeds weer.

Als ik denk aan wie ik ben en wie ik wil zijn of worden zinkt het laatste beetje van mezelf weer eens dieper weg. De meeste facetten van mijn menselijk bestaan ben ik zelfs al lang kwijt. Ze zijn samengesmolten met de grote oceaan die mijn tranen reeds gevormd hebben. Al zijn die tranen ondertussen wel opgedroogd. Huilen heeft geen zin als je niets bent of niemand wil zijn of worden. Een existentiële crisis is niets vergeleken met wat er echoot in mijn leegte. Geen vragen, geen antwoorden, geen dromen.

En toch evolueert de meest uitzichtloze situatie tot een overdreven, nietig gebeuren, dat zelfs in de laan der herinneringen geen plaats meer vindt. Steeds weer. Ook mijn hart en ziel zijn verbonden aan het onoverkomelijk lot om te leven, te begrijpen, te voelen. De neiging om het licht te proeven zet zich als een dwangbuis om me heen. Het leven aftastend overkomt het mij. Ik lach en leef en schrijf.

Ik voel het. Geluk.

3 opmerkingen:

  1. Waar je de woorden haalt weet ik niet maar het is mooi verteld!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit is een opvallend werk, er is een hoop eerlijkheid en zelfreflectie voor nodig om dit te maken.
    Proficiat.

    BeantwoordenVerwijderen